UPDATE 19/11: Het resultaat van de afgezaagde knotwilgen vind je hier.

De winter is ideaal om een deel van onze wilgen te knotten. Ons toekomstig voedselbos wordt omzoomd door een 80-tal knotwilgen. 15 bomen moesten dringend geknot worden want de dikke takken op de knot dreigden anders af te scheuren. Knotwilgen dienen ongeveer elke 5 jaar geknot te worden om inscheuren van takken te vermijden.

Het snoeien van onze knotwilgen is echter niet zo vanzelfsprekend:

  • Een groot deel van de wilgen is op ongeveer 3m hoogte geknot (vermoedelijk om schade door paarden te vermijden), waardoor er een ladder aan te pas moet komen.
  • Er ligt een overgroeide gracht aan de achterzijde van de wilgen, wat het moeilijker maakt om een ladder te plaatsen.

Knotten of afzagen?

Het zou voor ons – vooral op lange termijn gezien – veel onderhoudsvriendelijker zijn moest de knot lager zitten, zodat het knotten zonder ladder kan gebeuren. Als we de boom onder de knot afzagen kan er op deze plaats dan een nieuwe knot gevormd worden. Doordat er een vrij groot vlak ‘bloot’ hout vrijkomt op deze manier verhogen we zo wel de kans dat de boom afsterft. Vooral water dat op het snijvlak blijft staan en op die manier in de boom sijpelt kan fataal zijn.

We besloten daarom om een experiment uit te voeren op onze 15 knotwilgen: de helft werd afgezaagd tot op 1,5m en de andere helft hebben we gewoon geknot op de huidige hoogte. We zorgenden er steeds voor dat het snijvlak van de afgezaagde wilgen schuin afhelt naar meerdere kanten zodat het water kan wegvloeien. Omdat we de grove middelen maar op een deel van de bomen toepassen krijgen we geen al te groot gat in onze windbreak als een aantal bomen het toch niet overleven

Wilgen zijn bovendien ook geen moeilijke groeiers: gewoon een tak in de grond steken en een nieuwe wilg is terug vertrokken om het gat op te vullen. De oude wilg kan dan nog dienst doen voor andere planten en dieren terwijl hij langzaam verteert.

Wat doen we met het hout?

Eens de takken op de grond liggen kunnen we ze gemakkelijker verwerken. De dikkere takken worden in blokken gezaagd voor in onze houtkachel. We kozen er bewust voor om al het hout met de kruiwagen te transporteren, zodat we onze weide niet verder verdichten met zware voertuigen. Dit leverde wel ongeveer 60 ritjes op van 200m enkel, maar in de feestperiode konden we wel wat extra fitness gebruiken (wie geeft er nu geld uit aan een fitnessabonnement?).

Een deel van de dunne takken wordt verhakseld zodat ze in de tuin kunnen gebruikt worden om de bodem te bedekken. We hebben hiervoor zelf een kleine elektrische hakselaar. De overige takken belanden op een grote hoop van enkele meters hoog en breed. De takkenhoop zal alvast een ideaal toevluchtsoord worden voor kleine en grote dieren. Een nieuwsgierige winterkoning en een roodborst kwamen de hoop alvast verkennen. Ook hopen we dat onze hongerige hazen de jonge aanplant wat meer links laten liggen en zich op onze takkenhoop storten.

Bovendien zullen de takken langzaam vergaan en zo hun kostbare voedingstoffen teruggeven aan de bodem. Op  de takkenhoop kunnen we ondertussen al enkele eetbare plantensoorten zoals bramen en Japanse wijnbes laten groeien. Over een paar jaar, als de hoop volledig vergaan is, hebben we zo ideale (bodem)omstandigheden gecreëerd zodat we hier de meer veeleisende bomen van het voedselbos kunnen aanplanten.

Tenslotte hielden we een klein aantal stammetjes apart om hier later dit jaar oesterzwammen op te enten.