Eind 2019 hebben we 3 schattige kune kune biggetjes geadopteerd, die deel moesten gaan uitmaken van onze groene kringloop. Hieronder vind je terug hoe het hen het afgelopen jaar vergaan is.

Van biggetjes naar varkentjes

Toen we ze vorig jaar mochten verwelkomen wogen ze ongeveer 10 kg. Ze zijn ondertussen uitgegroeid tot sloebers van naar schatting 50 à 60 kg. Er zit wel een groot verschil – zowel in grootte en dikte – tussen Bollie en Bea (het vrouwtje). Dat verschil zie je ook in het karakter en dan vooral als het op eten aankomt: Bollie is de grootste en dominantste (maar ook meest luie) van de drie. Hierdoor moeten we er goed op letten dat we het eten voldoende verspreiden zodat ze alle drie voldoende hebben. Daarnaast zijn ze alle drie enorm lief en aanhankelijk, echte schatjes. Zo vinden ze het nog steeds heerlijk om gekrabd te worden en ploffen ze zich graag neer aan je voeten om hun buikje te laten wrijven.

Eind 2019 waren de biggetjes wat te klein om al in de boomgaard los te laten lopen. Daarom hadden we een tijdelijke opstelling met verplaatsbare stroomdraad op ons gazon geïnstalleerd, met een schuilhokje in plastic (de gekende kalverhutjes). Na een 5-tal maanden en een eerste goede groeischeut zijn ze naar een deeltje van de boomgaard verhuisd, ook weer binnen een stroomdraad. Enkele maanden later konden ze uiteindelijk de volledige boomgaard onveilig maken. Daar hebben ze deze zomer en herfst dankbaar gebruik van gemaakt: elke keer er een appel, peer of wat eikels op de grond vielen begon de race om als eerste de lekkernij te bemachtigen! Naast het gras op de weide kregen ze daarnaast nog overschotten van groenten uit de moestuin en groenteafval van bioboer Kurt van De Voldoening in Wachtebeke, dagelijks aangevuld met walnoten, eikels of kastanjes zolang de voorraad strekt. We proberen ze iedere week ook een rauw eitje te geven, als de kippen ons voldoende eitjes schenken. Zo houden we hun vitamine E- en seleniumgehalte op peil. Het moeilijkste aan varkens voederen is dat je nooit zeker weet of ze genoeg hebben: ze komen altijd afgestormd alsof ze die dag nog nooit eten gekregen hebben. Al dat eten zorgt uiteraard ook voor mest die we dankbaar gebruiken in de moestuin en in het voedselbos.

Van plastic hutje naar houten villa

Aangezien de varkens graag dicht tegen elkaar aan kruipen als ze gaan slapen was er heel lang meer dan voldoende plaats in het kalverhutje. We merkten na een tijd dat het stilaan wel heel gezellig begon te worden in het kleine hokje met steeds meer uitdijende biggen. Deze zomer was het dan ook tijd om ons bestaand afdak, dat we vroeger gebruikten om ons hout te stockeren, om te toveren tot een luxe varkensvilla!

We kozen ervoor om zoveel mogelijk recuperatie materiaal te gebruiken voor de inrichting.
Zo hebben we gratis zware silexdallen (40×40 cm) opgehaald bij iemand die zijn oprit aan het uitbreken was. Deze silexdallen legden we ook nog op een laag stabilisé zodat de steeds sterker wordende beestjes hun neus er niet onder krijgen om het boeltje terug uit te breken. Nog een aantal extra betonplaten voor de ingang zorgen ervoor dat hun hoeven voldoende afslijten en het gangpad niet in een modderpoel verandert.

De zijwanden hebben we dichtgemaakt met gerecupereerd palettenhout van bij rawcreations.
Als we de planken gewoon boven elkaar plaatsten zou dit ervoor zorgen dat wind en regen nog vrij spel hadden tussen de kieren. Om dat te vermijden hebben we in de boven- en onderzijde van elke plank een groef uitgefreesd zodat ze in elkaar pasten.
De deur is in hetzelfde materiaal gemaakt en werd voorzien van een luikje.

Om de stal niet te donker te maken installeerden we ook een gerecupereerd raam. Dat raam heeft zelfs een sentimentele waarde want we recupereerden het uit de af te breken woning van de grootmoeder! Daarnaast zorgden we nog voor een aparte ingang voor de varkens zelf die kan afgesloten worden met een schuifje. Binnenin hebben we nog enkele schappen aangebracht waar we onze voorraad hooi & stro kunnen stockeren (en dit zorgt dan tevens voor nog wat extra isolatie). De finishing touch is de kiwibes vooraan – die al aanwezig was – maar waarvoor we nu een mooi klimrek gemaakt hebben.

Met grote dank aan papa Dirk voor het uitdenken en uitwerken van de hele constructie. We hebben weer heel wat bijgeleerd!

Nood aan een sterkere afsluiting

In het najaar van 2020 zijn onze uit de kluiten gewassen varkentjes terug hun weide beginnen omwroeten. Als de voedingswaarde uit het gras verdwijnt en grond wat zompiger wordt door de regen, storten ze zich volop op de graswortels waardoor de weide werd herschapen in een kraterveld. Omdat ze niet meer de hele dag achter appels & eikels konden lopen begon Bollie zich blijkbaar ook wat te vervelen. Het resultaat was dat een buur aanbelde met de melding dat er een varken in zijn tuin zat. De nieuwe stevigere afsluiting stond wel al klaar, maar Bollie’s uitbreekdrang had ons in snelheid gepakt. Ondertussen hebben we ook geleerd om hun eten over heel de weide uit te spreiden zodat ze daar wel even zoet mee zijn. De slimme beestjes moeten zoveel mogelijk bezig kunnen zijn met iets.

We hebben vooraan en achteraan nu een dubbele omheining bestaande uit schapendraad en kastanjehekwerk (1m hoog). De kastanjepoortjes hebben we (papa Dirk 😉 ) zelf op maat gemaakt. Om te vermijden dat de hele weide een blijvend kraterveld zou blijven hebben we beslist om ze op te splitsen. Door een nieuwe zware schapendraad te gebruiken van voor naar achter kunnen we ze in de winter op een kleiner stuk weide steken zodat de rest terug weide kan worden in het voorjaar. Het laat ons ook toe om via de weide naar ons voedselbos te passeren zonder ontsnappende varkens.

Ideeën voor de toekomst

Na een jaartje kennis gemaakt te hebben met onze nieuwe favoriete tuinbewoners hebben we een beter beeld gekregen waarvoor we ze kunnen inzetten in ons voedselbos. We hebben zo gemerkt dat ze toch wel graag wroeten. Hierdoor zijn het ideale werkers om delen van het voedselbos grasvrij te maken als voorbereiding voor een nieuwe aanplant. De wortels van het gras en andere kruidachtigen worden grondig uitgegraven en de bodem losgemaakt – wat anders voor ons een hele karwei zou zijn. Met een tijdelijke prikweide, omgeven door een stroomdraad kunnen we zo stukje voor stukje door hen laten maaien en frezen.

Het is belangrijk dat ze een gevarieerd dieet hebben. Daarom willen we het deel van de boomgaard dat we nu laten herstellen extra inzaaien met mengeling kruidachtigen die gezond is voor hen (bv. phaecelia).